De Landenbuurt maakt deel uit van de wijk Meerzicht.
Meerzicht is de tweede wijk die werd gebouwd nadat het dorp Zoetermeer als groeikern voor regio Den Haag werd aangewezen.
Eén van de hoofdstedenbouwkundigen van het plan voor Zoetermeer was ir. W. Schut, de minister die in 1968 het subsidieprogramma "Experimentele Woningbouw" initieerde. Architect Leo de Jonge was de architect van de vele grootschalige flats in het eerste plandeel van Meerzicht.
Na de kritiek vanuit de bevolking op de eerste gerealiseerde wijk met grootschalige hoogbouw, Palenstein, werd het stedenbouwkundig plan voor Zoetermeer na veel inspraak in 1972 gewijzigd. Het Pleintjesplan als tweede bouwvlek in Meerzicht is het eerste experiment met het bouwen van wat later ‘woonerven’ of ‘bloemkoolwijken’ is gaan heten.
De woningen liggen rond zogenaamde woonpleinen. Deze pleinen kennen geen doorgaand verkeer, waardoor de invloed van de auto op de woonomgeving werd verminderd. De woningen zijn in korte rijtjes gegroepeerd rond de pleinen waarop zowel openbaar groen, speelplaatsen als parkeerplaatsen zijn gesitueerd.
Alle woningtypen hebben een duidelijke ingangszijde en woonzijde. De helft van de woningen heeft een carport voor het overdekt stallen van de auto. De carports zijn soms gekoppeld aan de berging, en vormen een overgang tussen het openbare plein en de particuliere woning. Dit noemde de ontwerpers het ‘margegebied tussen woning en plein’ en is een alternatief op de klassieke voortuin. De woonzijde — vrij van schuren — opende de mogelijkheid tot een duidelijke relatie tussen het eigen groen van de tuinen en het openbare groen.
Door de buurt lopen groenaders vanaf het Westerpark. Hierin voeren wandelpaden naar een centraal punt in het woongebied met winkels en kleuterschool, geheel vrij van autowegen.
De nieuwbouw is gebaseerd op een modulemaat van 1,20 m. Hierop gebaseerd werden woningplattegronden in drie basistypen ontwikkeld met vijf varianten, totaal 8 keuzemogelijkheden:
- Het ‘smalle type’ met een traveebreedte van 4,80 m. (de afstand tussen twee draagmuren of draagconstructies)
- Het ‘steunpunt-type’ met traveebreedten van 2,40 m en 3,60 m, met twee kolommen op de begane grond, waarin door een eenvoudig inbouwpakket vijf varianten van woningplattegronden zijn te maken en eventueel later ook weer aan te passen.
Ook bij de indeling van de pui hadden de bewoners keuzemogelijkheden. - Het `bajonet-type ‘. Door het toepassen van een geknikte scheidingsmuur tussen de woningen ontstaan twee woningtypen die om en om een smal front aan de straat hebben en een breed front aan de tuin of een smal tuinfront en een breed straatfront.